Handleiding (kort) behorende bij VFOza97 plus
1) Inleiding.
Sinds de Condor mobilofoon op de amateurbanden gebruikt wordt,
is de gebruikte PTT software nog steeds hetzelfde. Wel zijn er
kleine veranderingen geprogrammeerd, bv. dat je de frequentie
i.p.v. kanalen op het display kunt krijgen enz.
Omdat nu ook de UHF versie steeds meer gebruikt wordt, voldoet
deze software absoluut niet omdat er maar 60 kanalen beschikbaar
zijn. Uit deze ergernis is nu deze nieuwe software ontstaan, VFOza
Deze versie herkent U doordat er bij het aanzetten 1296 op het
display komt. De software is beschikbaar voor twee banden nl. 2 mtr.
en 70 cm. Ook zal er een 4 meter versie komen als ooit ook deze
band een amateurband wordt.
Vanuit de basisversie is nu VFOza97 Plus ontstaan. Deze herkent u
doordat bij het aanzetten 1997 op het display komt.
(tnx Bill for the idea).
Hierin is extra t.o.v. de basisversie:
– Raster instelbaar op 10.0, 12.5, 20.0 en 25.0kHz.
– Split VFO mode, voor willekeurige zend- en ontvangstfrequentie.
– Variable CTCSS (TQ) (voor Condor met FX315 / FX335
/ FX365 optie/board).
– Optionele quitering op vast kanaal t.b.v. volgontvanger. (pieper)
– CW callgever. (15 sec. na begin zenden, daarna om de 5 min.)
– CW callgever voor 5-toon en na 5-toon quitering
– Callgever voor/na 5-toon en gedurende zenden
apart uitschakelbaar.
– Scannen van vast bereik of een, middels split VFO,
ingesteld bereik.
– Alle 5 cijfers van de 5-toon gever instelbaar.
– Optionele secundaire ontvangstcode.
– 5-toon uitleesfuncties uitgebreid.
– Multi VFO met 2, 3, 5, 9 of 16 VFO geheugens.
Omdat de Condor 2 VCO’s heeft en de zend VCO ook werkt
tijdens ontvangst moet je deze VCO een stukje naast de
ingestelde frequentie plaatsen. Dit wordt het parkeer
of wachtkanaal genoemd.
Zodra je gaat zenden wordt direct deze VCO op de juiste
frequentie gezet. Deze offset is +112.5 of +120.0 kHz.
0ok wanneer de shift is ingeschakeld, wordt de VCO
geparkeerd om te voorkomen dat je een repeater opent als
je vlakbij bent.
De zend VCO wordt niet geparkeerd als de set in de
packet-mode staat met offset. Dit is bedoeld voor duplex
packet LAP’s, zodat je dan een zeer lage TX-delay krijgt.
De VCO staat immers al op de juiste QRG voordat je gaat
zenden en omdat de PTT-interrupt gestuurd is, wordt ook
de zender direct ingeschakeld door de software.
De Packet-mode is een zeer unieke optie:
In deze mode worden de luidspreker en microfoon-ingang
uitgeschakeld en wordt de maximale zendtijd begrensd op
30 seconden. Eventueel kan deze timer bij het program-
meren van de EPROM uitgeschakeld worden, zodat deze mode
ook zeer goed bruikbaar is voor RTTY en FAX. Wel is
vereist dat er een modificatie wordt uitgevoerd zodat u
via een aparte aansluiting het data-signaal op de
modulatie lijn zet na de microfoonversterker.
Een uitgangssignaal is standaard al aanwezig op de
15 polige connector, en de modulatie kan de REServe
aansluiting gebruikt wordt. Zie ook de modificatie voor
9600 baud FSK.
Het oproepsysteem (SELCALL) is volgens de ZVEI-1 5TV0
(5 Toon Volgorde) specificatie.
2) Bediening.
Bij het programmeren van de software heb ik getracht de
bediening en uitlezing ongeveer gelijk te houden aan de
voor amateurgebruik aangepaste kanalen software.
Aan de meeste druktoetsen zijn 2 of 3 functies toegekend.
De software maakt op de volgende manier onderscheid tussen
de 1e functie en de 2e functie: Als een toets wordt ingedrukt
en binnen 300 msec weer wordt losgelaten, wordt de 1e functie
uitgevoerd. Als men de toets langer ingedrukt houdt, wordt
na 300 msec de 2e functie uitgevoerd. Op deze manier kon ik
makkelijk functies toekennen die geldig blijven zolang de
toets ingedrukt is, zoals reverse shift en 1750 Hz zenden.
De functies van de druktoetsen zijn als volgt ingedeeld:
– A of ‘muzieknoot’ toets:
Kort indrukken -> ingestelde SELCALL (5-TVO) zenden.
Vasthouden -> continue 1750 Hz zenden.
– B of M toets:
Kort indrukken -> Toggle repeater shift. tussen: simplex,
+1.6/-9.4 en -7.6/+2.4 MHz.
De set geeft een piepje ter bevestiging
welke shift ingesteld is.
Aan de toonhoogte kun je dan afleiden waarop de shift staat
˙ Laag toontje : simplex
˙ Middel toontje: +1.6/-9.4 MHz shift (-0,6 MHz voor 2m).
˙ Hoog toontje : -7.6/+2.4 MHz shift (niet voor 2m).
Lang indrukken -> Stand # Wissel VFO met 2e of volgende VFO.
Stand * Set functie.
Functie overzicht:
Met de laatste 2 cijfers van de 5-toon gever kun je een
bepaalde functie kiezen.(display na * kort drukken)
Kies eerst de 5-toon uitleesstand door op * te drukken.
Stel het gewenste functienummer in en druk lang op de B-toets.
De set geeft een piepje ter bevestiging dat de functie is ingesteld.
Overzicht functienummers:
00 TQ (CTCSS, subaudio of toonsquelch) uit
01-39 TQ gever aan, alleen FX315 (FX335/FX365 encoder en
decoder aan)
41-79 Gelijk als 01-39 met decoder uit, (alleen FX335/FX365).
80 Callgevers uit.
81 CaIlgever alleen tijdens zenden.
82 Callgever alleen voor/na 5-toon.
83 Callgever tijdens zenden en voor/na 5-toon.
84 VFO split mode aan.
85 VFO split mode uit.
VFO split mode.
Met deze functie kan je elke gewenste shift maken.
Kies de gewenste zendfrequentie. Zet de toongever op 84 en druk
lang op de B toets. Nu loopt de zendfrequentie niet meer mee en
kan je de gewenste ontvangstfrequentie instellen.
– LSP of luidspreker toets:
Gedurende ontvangst kort indrukken -> Ontvanger open/dicht.
Gedurende zenden indrukken -> Hoog / laag vermogen instellen.
Bij zenden geeft het groene ledje (LSP) 10 / 1 Watt vermogen
aan en bij ontvangst of de ontvanger open staat.
Als de ontvanger dicht is, staat de set in de Packet-mode.
De luidspreker blijft uit en de zender schakelt na 30 sec.
unit ter beveiliging. 0ok het display gaat na 30 sec niet
zenden uit.
Als deze toets vastgehouden wordt bij aanzetten, dan wordt het
hele werkgeheugen gereset. Dit gebeurt ook als de set langere
tijd spanningsloos is geweest en dus de backup-elco leeg is.
Dit resetten zie je doordat het groene LED-je een paar keer
knippert.
– # toets:
Frequentie uitlezing kiezen en wisselen tussen kHz en MHz uitlezing.
Vasthouden -> Frequentieraster instellen.
– * toets:
SELCALL uitlezing laatste 4 cijfers 5-toon zendcode op het display.
Door herhaaldelijk kort op de *-toets te drukken zijn de 2 linkse
of 2 rechtse cijfers instelbaar. De punt wisselt mee tussen links
en rechts.
Vasthouden -> 1e cijfer tooncode instellen. Het display geeft
met het meest linkse cijfer de Callgever stand weer,
met het 2e cijfer het eerste cijfer van de 5-toon
zendcode en met de 2 rechtse cijfers de actuele TQ.
In beide uitlees-modes komen de laatste 3 cijfers van een ontvangen
5-toon gedurende 12 seconden in het display. Daarna keert de
uitlezing terug in de ruststand. Dit geldt alleen voor oproepen met
gelijke regio code.
Wanneer het laatste cijfer van de ingestelde 5-toon zendcode op 0
is ingesteld, dan wordt er bij een oproep eerst een vaste 5-toon code
op een vaste frequentie uitgezonden met 1 Watt. Dit is bv voor een
meldontvanger. Hierna wordt dan de quitering uitgezonden op de
ingestelde frequentie. Deze optie werkt overigens alleen als bij het
aanmaken van de EPROM de pieperfunctie is aangezet.
– RSP of Squelch toets:
Kort indrukken -> Squelch open of dicht.
Lang indrukken -> Keert de shift om en opent de Squelch zolang ingedrukt.
Werkt ook in de packet-mode.
Wanneer de set in toonslot staat (groene ledje uit) dan gaat de set
scannen als de RSP-toets ingedrukt wordt. Er wordt over een vast bereik
gescanned. Normaal is dit de repeater-band, maar er kan een ander bereik
opgegeven worden bij het aanmaken van de EPROM. Het is ook mogelijk om
een bereik in te stellen. Dit moet middels de split VFO mode. Stel eerst
de hoogste frequentie en het gewenste raster in, zet dan de split mode
aan (functie 84) en stel dan de laagste frequentie in. Zet de set in
toonslot en druk dan op de RSP-toets. De set zal nu gaan scannen tunen
de 2 ingestelde frequenties. Het scannen stop je door op de RSP-toets
te drukken; De set keert dan terug op de frequentie waarop hij stond
voordat het scannen gestart werd. Wanneer de set stilstaat op een
frequentie waar activiteit is en men wil meedoen, druk dan kort op de
PTT toets. De actuele frequentie wordt dan in de VFO gezet.
– ST of PTT:
Zenden door of de PTT toets in te drukken of de Tx-lijn laag te maken.
De zender seint na 15 seconden de call en daarna om de 5 minuten.
De CW-timer loopt ook tijdens ontvangst door.
De microfoon ingang en luidspreker uitgang worden uitgeschakeld in de
packet-mode. Deze mode is bedoeld voor 9k6, maar ook 1k2 kun je
makkelijk intern aansluiten via de 15-polige connector. Je hebt dan
geen last dat het packet-signaal vervormd wordt door de filtering enz.
in de microfoon versterker. Zie ook het stukje over de ombouw van de
Condor 46. (UHF) voor FSK gebruik. Voor 1k2 is het Rx signaal al goed.
Je hoeft dan alleen maar de Tx-modificatie uit te voeren.
Tabel CTCSS (sub-audio) tonen:
Je kunt alleen gebruik maken van de CTCSS-optie
als je de Condor hiervoor hebt gemodificeerd.
toonnr. frequentie in HZ
00 [uit] 20 136.5
01 67.0 21 141.3
02 71.9 22 146.2
03 74.4 23 151.4
04 77.0 24 156.7
05 79.7 25 162.2
06 82.5 26 167.9
07 85.4 27 173.8
08 88.5 28 179.9
09 91.5 29 186.2
10 94.8 30 192.8
11 100.0 31 203.5
12 103.5 32 210.7
13 107.2 33 218.1
14 110.9 34 225.7
15 114.8 35 233.6
16 118.8 36 241.8
17 123.0 37 250.3
18 127.3 38 97.4
19 131.8 39 4096
41-79 is de zelfde frequentie als 01-39 maar dan TQ decoder uit
(alleen voor FX335 / FX365 board) Let op, met FX315 geen toon
als 41-79 ! (wel minder zwaai 5-toongever)
Bewerkte versie van de “Handleiding behorende bij VFOza97 plus”,
uitgegeven door VERON afd. Hunsingo A60